-
ABVD
Afkorting voor chemotherapie bij hodgkinlymfoom: combinatie van adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine.
-
Acrocyanosis
Blauwe verkleuring van de lichaamsuiteinden (tenen, vingers).
-
Adcetris
Stofnaam: brentuximab-vedotin. Gebruikt bij hodgkin en anaplastisch grootcellig T-cellymfoom
-
ADL
Algemene dagelijkse lichaamsverrichtingen, zoals wassen, aankleden, eten.
-
Adriamycin
Stofnaam: doxorubicine. Gebruikt bij acute leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom.
-
Aferese
Verzamelen van bepaalde cellen uit het bloed, bv stamcellen voor transplantatie.
-
Alemtuzumab
Merknaam: MabCampath. Monoklonaal antilichaam tegen CD52 op lymfocyten. Wordt gebruikt bij de behandeling van chronische lymfatische leukemie.
-
Aliqopa
Middel voor de behandeling van patiënten met teruggekeerd folliculair lymfoom (stofnaam: copanlisib))
-
ALL
Acute lymfatische leukemie. Meest voorkomende vorm van leukemie bij kinderen.
-
Allogeen
Van een andere persoon afkomstig.
-
Alopecia
Haarverlies (kaalheid). Bijwerking van bepaalde chemotherapie. Komt ook voor bij bestraling van de schedel.
-
AML
Acute myeloïde leukemie. Meest voorkomende vorm van acute leukemie.
-
Amyloïdose
Ziekte als gevolg van het neerslaan van eiwitten in weefsels.
-
Anemie
Bloedarmoede. Een tekort aan rode bloedcellen en hemoglobine (Hb). Normale waarden voor het Hb zijn bij mannen: 8,5-11,0 mmol/l en bij vrouwen: 7,5-10,0 mmol/l.
-
Anti-emeticum
Geneesmiddel ter bestrijding van misselijkheid en braken. Meervoud: anti-emetica.
-
Antigenen
Alles wat het lichaam uitlokt tot het maken van antilichamen, zoals bacteriën.
-
Antiglobuline test
Directe antiglobulinetest, ook wel directe Coombs test. Laboratoriumonderzoek naar antilichamen tegen eigen rode bloedlichaampjes.
-
Antilichamen
Antistoffen, antibodies. Eiwitten die door plasmacellen worden aangemaakt als reactie op het binnendringen van vreemde stoffen, zoals bacteriën.
-
Antraceendion
Merknaam: Mioxantron. Geneesmiddel gebruikt bij acute myeloïde leukemie en non-hodgkinlymfoom.
-
APD
Stofnaam: pamidroninezuur. Bifosfonaat gebruikt om botafbraak tegen te gaan, o.a. bij multipel myeloom.
-
APL
Acute promyelocytenleukemie. Zeldzame vorm van een acute myeloïde leukemie .
-
Aplastische anemie
Falen van het beenmerg om voldoende bloedcellen aan te maken. Kan erfelijk zijn (Fanconi's anemie) of later in het leven ontstaan.
-
Apoptose
Systeem dat elke cel heeft en dat er voor zorgt dat de cel dood gaat als deze te oud is of niet goed meer functioneert.
-
Aranesp
Stofnaam: erythropoietine. Geneesmiddel gebruikt bij bloedarmoede.
-
Arseentrioxide
Merknaam: Trisenox. Geneesmiddel gebruikt bij acute promyelocytenleukemie.
-
Arzerra
Stofnaam: ofatumumab. Geneesmiddel gebruikt bij chronische lymfatische leukemie.
-
Asparaginase
Merknamen: Erwinase en Paronal. Geneesmiddel gebruikt bij acute lymfatische leukemie.
-
ATRA (all-trans-retinoïnezuur)
Merknaam: Vesanoïd. Geneesmiddel gebruikt bij acute promyelocyten leukemie.
-
Atriance
Stofnaam: nelarabine. Geneesmiddel gebruikt bij acute leukemie en non-hodgkinlymfoom.
-
Auto-immuun ziekte
Ziekte die ontstaat doordat het lichaam een afweer reactie tegen het eigen lichaam in gang zet.
-
Autoloog
Van de patiënt zelf afkomstig.
-
Axicabtagene ciloleucel
Merknaam: Yescarta. CAR-T-celtherapie.
-
Azacitidine
Merknaam: Vidaza. Geneesmiddel gebruikt bij myelodysplastisch syndroom en acute myeloide leukemie.
-
B-lymfocyt
Lymfocyt (witte bloedcel), die in het beenmerg (vandaar de B) is voorbereid op zijn functie in het afweersysteem: het aanmaken van antistoffen.
-
B-symptomen
Algemene ziekteverschijnselen bij lymfklierkanker: onverklaarde koorts, >10% gewichtsverlies zonder aanwijsbare oorzaak, nachtzweten.
-
Basofielen
Basofiele granulocyten. Type witte bloedcellen.
-
Bcr-Abl
Genafwijking op chromosoom 21, ontstaan doordat een stukje van chromosoom 9 (Abl) is verwisseld met een stukje op chromosoom 21. Bekend bij o.a. CML
-
Beenmerg
Beenmerg is een sponsachtig weefsel dat rijk is aan voedingsstoffen. Het zit vooral in de holtes van lange platte beenderen zoals borstbeen en heupbeenderen. Er zijn twee soorten beenmerg: rood merg en geel merg. Geel merg heeft veel meer vetcellen dan rood merg.
-
Beenmergbiopsie
Het beenmergbiopt is een klein staafje uit het sponzige deel van het beenmerg, meestal 1,5-2 cm lang. Het geeft informatie over het aantal cellen in het beenmerg (erg veel cellen = hypercellulair, weinig cellen = hypocellulair). Daarnaast geeft het nuttige informatie over ijzeropslag, vorming van littekenweefsel (fibrose) en de aanwezigheid van andere afwijkende cellen.
-
Beenmergpunctie
De beenmergpunctie levert een monster van het vloeibare gedeelte van het beenmerg. De losse beenmergcellen geven informatie over de vorm van de cellen (morfologie), de wijze waarop de cellen uitrijpen (differentiatie) en de hoeveelheid blasten (onrijpe cellen) in het beenmerg. De cellen kunnen ook gebruikt worden om aanvullend onderzoek te doen naar de oorzaak van het tekort aan bloedcellen, zoals cytogenetisch onderzoek.
-
Belustine
Stofnaam: lomustine. Geneesmiddel gebruikt bij lymfklierkanker.
-
Bence-Jones eiwitten
Korte eiwitketens, gemaakt door plasmacellen. Ze kunnen in de urine worden aangetoond bij o.a. multipel myeloom.
-
Bendamustine
Merknaam: Levact. Geneesmiddel gebruikt bij chronische lymfatische leukemie, non-hodgkinlymfoom en multipel myeloom.
-
Benigne
Goedaardig. Het tegenovergestelde is maligne: kwaadaardig
-
Besponsa
Stofnaam: inotuzumab ozogamicin. Anti-CD22 antilichaam voor behandeling van acute lymfatische leukemie.
-
Bifosfonaten
Geneesmiddelen die de botafbrekende cellen remmen.
-
Binet score
Een vooral in Europa gebruikt scoringssysteem voor Chronische lymfatische leukemie (CLL) om bij de diagnose een voorspelling te doen over het beloop van de ziekte.
-
Biomarkers
Kenmerken in weefsel of lichaamsvloeistoffen, die meetbaar zijn in het laboratorium. Ze kunnen iets zeggen over wat er in het lichaam gebeurt.
-
Biosimilar
Een biologisch medicijn dat erg lijkt op het originele medicijn, en waarvan de werking en veiligheid overeenkomen met die van het originele medicijn.
-
Blasten
Onrijpe, jonge voorloper cellen van de cellen in het bloed.
-
Blastencrisis
Ontsporing van een chronische myeloïde leukemie. Er ontstaat een acute leukemie met veel onrijpe cellen: blasten.
-
Blastivin
Stofnaam: vinblastine. Geneesmiddel gebruikt bij non-hodgkinlymfoom.
-
Bleomedac
Stofnaam: bleomycine. Geneesmiddel gebruikt bij hodgkinlymfoom en non-hodgkinlymfoom.
-
Bleomycine
Merknaam: Bleeomedac. Geneesmiddel gebruikt bij hodgkinlymfoom en non-hodgkinlymfoom.
-
Bonefos
Stofnaam: clodroninezuur. Bifosfonaat gebruikt om botafbraak tegen te gaan, o.a. bij multipel myeloom.
-
Bortezomib
Merknaam: Velcade. Geneesmiddel gebruikt bij multipel myeloom.
-
Bosulif
Stofnaam: bosutinib. Geneesmiddel, tyrosinekinaseremmer, gebruikt bij chronische myeloïde leukemie.
-
Bosutinib
Merknaam: Bosulif. Geneesmiddel, tyrosinekinaseremmer, gebruikt bij chronische myeloïde leukemie.
-
Brentuximab vedotin
Gebruikt bij hodgkin en anaplastisch grootcellig T-cellymfoom, merknaam Adcetris
-
Busilvex
Stofnaam: busulfan. Geneesmiddel gebruikt bij chronische myeloïde leukemie.
-
Busulfan
Merknamen: Busilvex en Myleran. Geneesmiddel gebruikt bij chronische myeloïde leukemie.
-
Caelyx
Stofnaam: doxorubicine. Gebruikt bij acute leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom.
-
CAR-T-celtherapie
Chimeric Antigen Receptor (CAR) T-cell Therapy
-
Carcinogenese
Het ontstaan, de groei en het uitzaaien van kwaadaardige gezwellen.
-
Carcinoom
Kwaadaardig gezwel.
-
Carfilzomib
Merknaam: Kyprolis. Geneesmiddel gebruikt bij multipel myeloom.
-
CCR of CCyR
Complete cytogenetische respons. Tweede mijlpaal bij de behandeling van CML: in het beenmerg zijn geen cellen meer met het Philadelphia-chromosoom.
-
CD4+ cellen
T-lymfocyten, die een belangrijke rol spelen bij het regelen van de afweer.
-
CEL
Chronische eosinofiele leukemie. Zeer zeldzame vorm van leukemie.
-
Centraal veneuze catheter
Infuusslang die wordt ingebracht in een grote ader, meestal de ader achter het sleutelbeen (vena subclavia).
-
Cerubidine
Stofnaam: daunorubicine. Geneesmiddel gebruikt bij acute leukemie.
-
Chemotherapie
Behandeling van kanker met celdodende geneesmiddelen (cytostatica).
-
Chlorambucil
Merknaam: Leukeran. Geneesmiddel gebruikt bij chronische lymfatische leukemie, non-Hodgkinlymfoom, en ziekte van Waldenström.
-
Chloroma (chloroom)
Ophoping van leukemiecellen buiten het beenmerg, bv in de huid, of in het centrale zenuwstelsel. Komt soms voor bij acute leukemie.
-
CHR
Complete hematologische respons. Eerste mijlpaal bij de behandeling van CML: geen klachten, normaal bloedbeeld en geen vergrote milt.
-
Chromosomen
In de kern van onze cellen bevindt zich het genetisch materiaal: 46 chromosomen. De helft ervan is afkomstig van je vader, de andere helft van je moeder. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
-
Ciclosporine
Merknamen: Neoral, Sandimmune. Geneesmiddel dat de afweer remt.
-
Cladribine
Merknamen: Leustatin en Litak. Geneesmiddel gebruikt bij hairy-celleukemie en chronische lymfatische leukemie.
-
Clinical trial
Onderzoek bij patiënten. Bv naar de werking van geneesmiddelen.
-
CLL
Chronische lymfatische leukemie. Meest voorkomende vorm van leukemie.
-
Clodroninezuur
Merknamen: Bonefos, Ostac. Bifosfonaat gebruikt om botafbraak tegen te gaan, o.a. bij multipel myeloom.
-
CML
Chronische myeloïde leukemie. Ook wel chronische granulocyten leukemie. Meestal veroorzaakt door chromosoombeschadiging in beenmergstamcel (Philadelphiachromosoom).
-
CMML, of CMMoL
Chronische myelomonocytaire leukemie. Eeen zeldzame vorm van myelodysplastisch syndroom.
-
CNL
Chronische neutrofielen leukemie. Zeer zeldzame vorm van leukemie.
-
Complete Cytogenetische Respons (CCR, of CCyR)
Gebruikt bij de controle van de behandeling van CML. Het betekent dat er geen Ph+ cellen in het beenmerg meer te vinden zijn.
-
Complete remissie
Na behandeling is er geen aantoonbare ziekte meer.
-
Contra-indicatie
Tegenaanwijzing. Argument (b.v. aandoening, ziekte, zwangerschap, leeftijd) om een bepaalde behandeling niet te geven.
-
Coombs test
Directe Coombs test, ook wel directe antiglobuline test. Laboratoriumonderzoek naar antilichamen tegen eigen rode bloedlichaampjes.
-
COP-kuur
Ook: CVP-kuur. Chemotherapie met cyclofosfamide, oncovin (vincristine) en prednison
-
Copanlisib
Middel voor de behandeling van patiënten met teruggekeerd folliculair lymfoom (merknaam: Aliqopa)
-
Cord blood
Navelstrengbloed.
-
CRAB-criteria
Criteria gebruikt voor het stellen van de diagnose multipel myeloom: C = verhoogd calcium, R = nierproblemen (Engelse "renal failure"), A = anemie (bloedarmoede) en B = botproblemen.
-
Cryoglobulines
Eiwitten die samenklonteren bij lage temperatuur.
-
CT-scan
Computertomografie. Maakt gebruik van röntgenstraling om 3-dimensionaal beeld van lichaam te maken.
-
Curatieve behandeling
Een behandeling die er op is gericht de patiënt te genezen.
-
CVP-kuur
Ook: COP-kuur. Chemotherapie met cyclofosfamide, vincristine (oncovin) en prednison.
-
Cyclofosfamide
Merknaam: Endoxan. Geneesmiddel gebruikt bij vele soorten kanker.
-
Cytarabine
Merknaam: Cytarabine en Depocyte. Geneesmiddel gebruikt bij acute leukemie en non-hodgkinlymfoom.
-
Cytogenetisch onderzoek
Onderzoek naar afwijkingen in de chromosomen. Dit gebeurt met cellen waarvan men het vermoeden heeft dat ze een chromosomaal defect hebben. Deze cellen, meestal uit het beenmerg, worden in kweek gebracht en tijdens de celdeling gestopt. Vervolgens worden de chromosomen zichtbaar gemaakt onder de microscoop en er wordt dan gekeken of ze zichtbare afwijkingen hebben.
-
Cytokines
Signaalstoffen voor communicatie tussen verschillende (soorten) cellen
-
Cytostaticum
Meervoud: cytostatica. Celdodend middel gebruikt bij de behandeling van kanker. Die behandeling heet dan chemotherapie.
-
Dacarbazine
Merknaam: Deticene. Geneesmiddel gebruikt bij hairy-cellleukemie.
-
Dacogen
Stofnaam: decitabine. Geneesmiddel gebruikt bij de behandeling van acute myeloïde leukemie.
-
Daratumumab
Merknaam: Darzalex. Geneesmiddel voor de behandeling van multiple myeloom.
-
Darzalex
Stofnaam: daratumumab. Geneesmiddel voor de behandeling van multiple myeloom.
-
Dasatinib
Merknaam: Sprycel. Geneesmiddel, tyrosinekinaseremmer, gebruikt bij chronische myeloïde leukemie.
-
Daunorubicine
Merknaam: Cerubidine. Geneesmiddel gebruikt bij acute leukemie.
-
Decitabine
Merknaam: Dacogen. Geneesmiddel gebruikt bij de behandeling van acute myeloïde leukemie.
-
Deferasirox
Merknamen: Exjade (uit de handel) en Jadenu. Geneesmiddel voor de behandeling van ijzerstapeling.
-
Deferoxamine
Merknaam: Desferal. Geneesmiddel voor de behandeling van ijzerstapeling.
-
Deletie
Chromosoomafwijking. Een stuk van een bepaald chromosoom is verloren gegaan/ontbreekt.
-
Depocyte
Stofnaam: cytarabine. Geneesmiddel gebruikt bij acute leukemie en non-hodgkinlymfoom
-
Desferal
Stofnaam: deferoxamine. Geneesmiddel voor de behandeling van ijzerstapeling.
-
Deticene
Stofnaam: dacarbazine. Geneesmiddel gebruikt bij hairy-cellleukemie
-
Dexamethason
Merknamen: Dexsol, Oradexo. Synthetisch bijnierschorshormoon. Gebruikt bij alle soorten bloedkanker.
-
Dexsol
Stofnaam: dexamethason. Synthetisch bijnierschorshormoon. Gebruikt bij alle soorten bloedkanker.
-
Di-Adresone
Stofnaam: prednison. Geneesmiddel gebruikt bij alle vormen van bloedkanker.
-
Diagnose
Het vaststellen aan welke ziekte de patiënt lijdt.
-
DLBCL
Diffuus grootcellig B-cellymfoom. Een van de non-hodgkinlymfomen.
-
DNA
Desoxyribonucleinezuur. Bestanddeel van de chromosomen. Bevat de code waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.
-
Doelgerichte therapie
In het Engels: targeted therapy. Hierbij maakt men gebruik van geneesmiddelen die speciaal zijn gericht op bepaalde stoffen, meestal eiwitten, in de kankercel. Binding van het geneesmiddel aan zo’n eiwit remt de groei van de kankercel.
-
Doxorubicine
Merknaam: Caelyx. Gebruikt bij acute leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom.
-
Echografie
Ultrasound of ultrasonografie. Onderzoek van het inwendige van het lichaam met behulp van geluidsgolven.
-
Eerstelijnsbehandeling
De standaardbehandeling na het stellen van de diagnose
-
Enasidenib
Middel voor de behandeling van AML-patiënten met met een bepaalde mutatie in het IDH2-gen (merknaam: Idhifa)
-
Endoxan
Stofnaam: cyclofosfamide. Geneesmiddel gebruikt bij vele soorten kanker.
-
Eosinofielen
Eosinofiele granulocyten. Type witte bloedcellen.
-
Eosinofilie
Toename van het aantal eosinofielen.
-
Epidemiologie
Wetenschap die bestudeert hoe vaak een ziekte voorkomt en welke factoren van invloed zijn op het ontstaan ervan en op de vooruitzichten.
-
Epirubicine
Merknaam: Farmorubicine. Geneesmiddel gebruikt bij acute myeloïde leukemie, non-hodgkinlymfoom en multipel myeloom.
-
EPO
Stofnaam: erythropoietine. Geneesmiddel gebruikt bij bloedarmoede.
-
Eposin
Stofnaam: etoposide. Geneesmiddel gebruikt bij acute myeloïde leukemie en hodgkinlymfoom.
-
Erwinase
Stofnaam: asparaginase. Geneesmiddel gebruikt bij acute lymfatische leukemie.
-
Erytrocyten
Rode bloedlichaampjes.
-
Erytroleukemie
Vorm van acute myeloïde leukemie (M6).
-
Erytropoietine
Merknamen: Aranesp, EPO, Nespo. Geneesmiddel gebruikt bij bloedarmoede.
-
Essentiële trombocytemie
Afgekort: ET. Ongeremde toename van het aantal bloedplaatjes.
-
ET
Essentiële trombocytemie. Ongeremde toename van het aantal bloedplaatjes.
-
Etoposide
Merknamen: Eposin, Toposin, Vepesid. Geneesmiddel gebruikt bij acute myeloïde leukemie en hodgkinlymfoom.
-
Exjade
Stofnaam: deferasirox. Geneesmiddel voor de behandeling van ijzerstapeling. uit de handel, vervangen door Jadenu.